De ‘Structuurvisie Functieverandering’ die in de raadsvergadering van 11 oktober 2012 op de agenda stond is een zeer belangrijk document omdat het bepalend is voor hoe ons buitengebied er in de toekomst uit zal zien. Immers, er zullen steeds meer boerenbedrijven stoppen en dan ligt het al snel voor de hand om dan maar woningen te bouwen. Wij zouden het heel jammer vinden als het mooie open buitengebied zou verstenen. Zoals in onderstaande inbreng van Anneke Knoppert te lezen is, denken wij dat deze structuurvisie voor alle betrokken partijen voldoende duidelijkheid en bescherming biedt. PE heeft daarom niet ingestemd met het door andere partijen ingebrachte amendement waarin de gemeente een extra inspanningsverplichting krijgt om bij bepaalde gevallen te helpen.
“Voorzitter, De aanleiding voor het opstellen van deze Structuurvisie Functieverandering voor het buitengebied is om helderheid te geven aan alle betrokkenen. Helderheid over de mogelijkheden die er zijn voor de stakende agrariër die graag woningen wil bouwen, helderheid voor ondernemers die een bedrijf willen beginnen in het buitengebied, helderheid over de bescherming die de doorgaande agrariër kan verwachten om zijn bedrijf te kunnen voortzetten en eventueel uit te breiden en helderheid voor agrariërs die een nevenactiviteit willen opzetten.
Het regionale functieveranderingsbeleid dat de afgelopen jaren gebruikt werd gaf deze helderheid namelijk niet.
Toen dit onderwerp twee weken geleden in de commissievergadering werd behandeld, werd door één van mijn collega commissieleden opgemerkt dat wij ons eerst zouden moeten afvragen wat “we” willen.
Voor de fractie van Progressief Ermelo is die vraag eenvoudig te beantwoorden. Wij willen dat wordt vastgehouden aan de twee speerpunten van de Provincie en de Regio, namelijk ‘ruimtelijke kwaliteit’ en ‘behoud van leefbaarheid’.
Voor ons staat vast dat het landschap hierin leidend moet zijn, zelfs voorop zou mogen staan. De visie van de één-erfgedachte spreekt ons daarom erg aan. Dit geldt ook voor de terugbouwregeling, waarbij het loont om juist dát te bouwen wat deze beide speerpunten beogen.
De functieverandering naar werken baart ons wel zorgen. Niet omdat wij vinden dat er geen nieuwe bedrijvigheid mag plaatsvinden in het buitengebied, maar wel omdat wij bang zijn dat bedrijven na verloop van tijd bij de gemeente zullen aankloppen met het verzoek te mogen uitbreiden, hoewel ze de maximale afmetingen al bereikt hebben. Een verhuizing naar een industrieterrein is kostbaar en een goedlopend bedrijf in zijn groei belemmeren is natuurlijk niet erg populair. Wij vragen de wethouder dan ook dringend om al bij het indienen van de plannen, de ondernemer heel nadrukkelijk te wijzen op de maximale grootte die toegestaan wordt, en dat dit betekent dat er voor de toekomst dus geen onbegrensde groeimogelijkheden zijn.
In het buitengebied staan nog veel karakteristieke bouwwerken die het landschap zo mooi en interessant maken. Boerderijen, maar ook stallen, kapschuren, bakhuisjes en zelfs kippenhokken. Het is de taak van de gemeente om te beoordelen welke bouwwerken het behouden waard zijn. Dat zij hiervoor advies zal inwinnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is iets wat wij van harte ondersteunen!
Voorzitter, als afsluiting wil ik graag de schrijvers en de fotograaf complimenteren voor het maken van dit goed leesbare, duidelijke en mooi uitziende document”.